Bisschoppelijk Paleis

Aan het begin van de vijftiende eeuw liet Hendrik Montens een hofhuis bouwen. Montens was een belangrijk man in die tijd. Hij was degene die als rentmeester en raadsman van Hendrik III het Mastbos ten zuiden van Breda liet aanleggen. Ook was hij onder andere schout van Breda.

Na de grote stadsbrand van 1534 liet hij het pand weer opbouwen en verfraaien, waarschijnlijk in laatgotische stijl. Van die periode is weinig meer terug te zien want tegenwoordig oogt het voornamelijk als een achttiende-eeuws herenhuis. In 1724 is het pand namelijk verbouwd door Reynier van der Bleke, luitenant-generaal in dienst van de Staten-Generaal en gouverneur van Sluis.

In 1859 werd het enorme pand aangekocht door het bisdom Breda om te dienen als woonhuis voor de bisschop. In de volksmond wordt het Bisschoppelijk Paleis genoemd. Het is het enige hofhuis in Breda dat nog steeds volledig als woonhuis gebruikt wordt.

In het paleis bevindt zich nog een gotisch trappenhuis uit de zestiende eeuw. Achter het paleis bevindt zich een enorme tuin.